Posttraumatische ossale septum avulsie van het eerste extensorcompartiment: twee case reports

A. Poublon1

T. Gosens2

1Fellow schouderorthopedie, Afdeling orthopedie, St. Antonius Ziekenhuis, Utrecht 2Professor, orthopedisch chirurg, Afdeling orthopedie, Elisabeth-Tweesteden ziekenhuis, Tilburg Correspondentie: A. Poublon, alexpoublon@gmail.com

De Quervain tenosynovitis is een veelvoorkomende peesontsteking van het eerste dorsale compartiment van de pols met een prevalentie van 0,5-1,5%.1 Symptomen zijn onder andere pijn bij radiaaldeviatie en zwelling. Enkele bekende oorzaken zijn zwangerschap, manuele arbeid en het kan zelfs posttraumatisch voorkomen.2 We presenteren een geval van posttraumatische De Quervain tenosynovitis met een avulsie van het ossale septum tussen de abductor pollicis longus (APL) en extensor pollicis brevis (EPB). Tot nu toe zijn dit de enige beschreven patiënten met deze aandoening.

Introductie Dorso-radiale polspijn heeft een brede potentiële differentiële diagnose. De Quervain tenosynovitis, neurinomen, intersectiesyndroom, CMC 1/STT-artrose calcificatie van de extensorpezen of posttraumatisch zoals een styloideus radii fractuur, scaphoid fractuur/pseudoartrose of necrose van het scafoid (ziekte van Preiser). (Tabel 1)

De pezen van de abductor pollicis longus (APL) en extensor pollicis brevis (EPB) lopen door het eerste extensorcompartiment van de pols. Het eerste extensorcompartiment wordt gevormd door het extensor retinaculum dat over de dorsale zijde van de radius loopt. Het eerste extensorcompartiment wordt vaak in tweeën gedeeld door een septum, dat soms deels ossaal is (figuur 1).3-8 In zeldzame gevallen kan het scheuren van dit septum een subluxatie van de pezen in het eerste extensorcompartiment veroorzaken.9

Figuur 1. Ossaal septum eerste extensorcompartiment.

Patiënt

Een 65-jarige vrouw meldde zich op onze polikliniek met pijn aan de dorso-radiale zijde van de linker pols sinds enkele maanden. Ze was rechtshandig, ze was op dit moment niet werkzaam en had geen hobby’s. Ze had een voorgeschiedenis van diabetes type 2 en hypothyreoïdie. De patiënte herinnerde zich geen traumatische oorzaak van de klachten.

Bij lichamelijk onderzoek vonden we een volledige bewegingsvrijheid. Er was geen sprake van zwelling. Patiënte had drukpijn over het eerste extensorcompartiment van de pols met een positieve Finkelstein-, Eichhoff- en WHAT-test (kader 1).

De Finkelstein-, Eichhoff- en WHAT-test De Eichhoff-test en Finkelstein-test worden vaak door elkaar gehaald. De Eichhoff-test is ulnaire deviatie met de hand in de vuist. Bij de Finkelstein-test wordt aan de duim getrokken met een ulnaire deviatie. Het onderscheid tussen deze twee testen wat betreft sensitiviteit en specificiteit is moeilijk te maken, omdat ze ook in de literatuur vaak door elkaar worden gehaald. (Sensitiviteit: 0,89; specificiteit: 0,14.)

De WHAT- test is een test waarbij de duim wordt geabduceerd tegen weerstand met de pols in hyperflexie (sensitiviteit: 0,99; specificiteit: 0,29).

De röntgenfoto toonde een klein avulsiefragment van de radius ter hoogte van het eerste extensorcompartiment (figuur 2). De echo liet een botfragment van 3-4 mm in het eerste extensorcompartiment zien met een verdikking van de peeskoker.

Figuur 2. Case 1.

Een paar jaar eerder hadden wij een soortgelijke patiënte behandeld na een late presentatie van posttraumatische De Quervain. Die 58-jarige vrouw meldde zich toen op de polikliniek met sinds drie maanden pijn aan de pols. Ze was rechtshandig en werkte als secretaresse. Een week voor het bezoek voelde ze een spontane knak in de pols en de pijn verergerde tot het punt dat ze haar pols niet meer kon gebruiken. Ze vertoonde ook drukpijn over het eerste extensorcompartiment en een positieve Finkelstein- en Eichhoff-test.

Röntgenfoto’s toonden een klein avulsiefragment van de radius (figuur 3). Net als in het andere geval toonde de echografie een botfragment in het eerste extensorcompartiment met een verdikking van de peeskoker.

Figuur 3. Case 2.

Behandeling

De eerste patiënte werd behandeld met gipsimmobilisatie in een onderarmsgips voor vier weken en na vier weken immobilisatie had de patiënte tot een jaar follow-up geen symptomen meer. Deze behandeling werd gebruikt vanwege de acute aard van het trauma.

De tweede patiënte werd eerst behandeld met immobilisatie in gips (onderarmsgips vier weken). De immobilisatie gaf een volledige reductie van de pijn. Toen het gips was verwijderd, keerde de pijn echter terug. Daarop werd besloten om een chirurgische release van het eerste compartiment te verrichten met verwijdering van het botfragment. De pees had een geïndureerd aspect maar was verder intact. Het septum was met het botstuk mee geavulseerd. Bij de follow-up een jaar later had ze wat resterende drukpijn ter plaatse, maar de hevige klachten waren verdwenen. Patiënte had geen verdere ondersteuning (brace/taping) nodig in het dagelijks leven.

Discussie

De differentiaaldiagnose voor dorso-radiale polspijn is eerder beschreven in de inleiding. Vanwege de radiologische bevindingen bij beide patiënten konden de meeste oorzaken worden uitgesloten. Een ossaal septum in het eerste extensorcompartiment is een veelvoorkomende anatomische variatie (tot 30%).10 Het is nog onduidelijk hoe het ossale septum avulseerde van de radius. Onze hypothese is dat spanning op de EPL en APB spanning veroorzaakt op het dak van het eerste extensorcompartiment, wat op zijn beurt een avulsie van het ossale septum veroorzaakt. Mogelijk heeft verzwakking van het septum door de tenosynovitis hier ook iets mee te maken.

De behandeling van De Quervain tenosynovitis bestaat in eerste instantie uit een conservatieve behandeling middels spalk, eventueel aangevuld met injecties. Er wordt gerapporteerd dat dit tot 93% effectief is in de behandeling.11 Indien een conservatieve behandeling niet slaagt, is een chirurgische interventie de volgende stap in het behandelplan. De behandeling van onze patiënten is in lijn gegaan met de behandeling van een ‘normale’ De Quervain tenosynovitis en daarbij hebben we gezien dat het een goed resultaat heeft gehad bij een acuut geval, maar minder effectief is gebleken bij een chronisch geval. Als pijn of een subluxatie aanhoudt, zoals bij het tweede geval, zou men het fragment en daarmee het ossale septum kunnen excideren zoals beschreven.12

Disclosure Geen belangenverstrengeling aanwezig.

Referenties 1. Walker-Bone K, Palmer KT, Reading I, Coggon D, Cooper C. Prevalence and impact of musculoskeletal disorders of the upper limb in the general population. Arthritis Rheum. 2004;51(4):642-51.

2. Barton NJ, Hooper G, Noble J, Steel WM. Occupational causes of disorders in the upper limb. BMJ. 1992;304(6822):309-11.

3. Xiao L, Li YK, Ye GH, Yang XW. Variations in the extensor grooves on the radial styloid process in Chinese population. Surg Radiol Anat. 2013;35(1):49-53.

4. Nam YS, Doh G, Hong KY, Lim S, Eo S. Anatomical study of the first dorsal extensor compartment for the treatment of de Quervain's disease. Ann Anat. 2018;218:250-5.

5. Gurses IA, Turkay R, Inci E, Ors S, Onal Y, Ozel S, et al. Sex differences in the radial grooves in the first extensor compartment. Skeletal Radiol. 2016;45(7):955-8.

6. Lee ZH, Stranix JT, Anzai L, Sharma S. Surgical anatomy of the first extensor compartment: A systematic review and comparison of normal cadavers vs. De Quervain syndrome patients. J Plast Reconstr Aesthet Surg. 2017;70(1):127-31.

7. Rousset P, Vuillemin-Bodaghi V, Laredo JD, Parlier-Cuau C. Anatomic variations in the first extensor compartment of the wrist: accuracy of US. Radiology. 2010;257(2):427-33.

8. Ravi PK, Tewari J, Mishra PR, Tripathy SK, Nanda SN, Gantaguru A. Variations of extensor pollicis brevis tendon in Indian population: A cadaveric study and review of literature. J Clin Orthop Trauma. 2019;10(2):278-81.

9. Kato N, Nemoto K, Murakami H, Motosuneya T, Fujikawa K. Posttraumatic volar tendon subluxation out of the first extensor compartment: a case report. J Hand Surg Am. 2002;27(4):636-8.

10. Nam YS, Doh G, Hong KY, Lim S, Eo S. Anatomical study of the first dorsal extensor compartment for the treatment of de Quervain's disease. Ann Anat. 2018 Jul;218:250-255. doi: 10.1016/j.aanat.2018.04.007. Epub 2018 May 7. PMID: 29746921.

11. Mardani-Kivi M, Karimi Mobarakeh M, Bahrami F, Hashemi-Motlagh K, Saheb-Ekhtiari K, Akhoondzadeh N. Corticosteroid injection with or without thumb spica cast for de Quervain tenosynovitis. J Hand Surg Am. 2014 Jan;39(1):37-41. doi: 10.1016/j.jhsa.2013.10.013. Epub 2013 Dec 4. PMID: 24315492.

12. Collins ED. Radial ridge excision for symptomatic volar tendon subluxation following de Quervain's release. Tech Hand Up Extrem Surg. 2014;18(3):143-5.