Voorwoord

Ik wilde het deze keer maar eens niet hebben over vaccineren of evacueren, en de toestand in de wereld laten voor wat ie is. Wel wil ik verder ingaan op mijn voordracht op het NOV Jaarcongres, afgelopen mei. Ik mocht daar iets vertellen over orthopedie en psychologie en hoe het heavy metal in de orthopedie toch gelinkt kan en moet worden aan het easy listening waar men de psychologie vaak mee associeert. Ik sprak over het kennen van onze patiënten en dat we biologisch (anatomisch en functioneel) gezien veel van hen weten, maar psychosociaal vrij weinig, terwijl dat laatste de grote voorspeller is in onze resultaten. De mate van artrose, de grootte van de cuff ruptuur en de benadering voor een prothese zijn allemaal ondergeschikt aan de psychosociale status van een patiënt. Hoe mooi zou het zijn als we ook dergelijke data zouden hebben en zo de zorg voor onze patiënten zouden kunnen verpersoonlijken? Dat zou pas de Juiste Zorg op de Juiste Plek zijn of Gepaste Zorg en nog Zinnigere Zorg! Het 'waarom' lijkt me duidelijk, maar nu het 'hoe' en 'wat'. Het 'hoe' ligt voor de hand: met onze LROI hebben we een geweldig instrument in handen. Zeker nu de I in LROI niet meer ‘Implantaten’ maar ‘Interventies’ betekent en we dus breder kunnen registeren dan alleen onze prothesen; de volgende en zeer ambitieuze stap is ook het registreren van onze conservatieve interventies. Het 'wat' is lastiger. Welke vragenlijst doet recht aan het individu? Of is een vragenlijst individueel bepaald en kan je er op aggregatie/gemiddeld niveau (zoals de LROI toch is) niets mee? Overigens doen we met onze PROMs-uitvraag ongeveer hetzelfde: we gebruiken voor de gemiddelde groep patiënten gevalideerde lijsten en kijken hoe de patiënten op groepsniveau verbeteren (of niet). Nog steeds zegt het niets over of die gemiddelde winst voor het individu leidt tot winst in gezondheid en/of kwaliteit van zijn of haar leven, maar toch.... Ik stuitte op een screeningsinstrument dat voor cardiovasculaire patiënten is ontworpen en getest. Dit screent op voorspellers voor een slechtere uitkomst bij coronaire problematiek. Voor de orthopedische situatie zijn er wellicht andere ingrediënten die deze screeningslijst zouden moeten vullen. Wellicht is er een ander verband tussen type D persoonlijkheid in de cardiologie dan in de orthopedie en zijn verwachtingen belangrijker in ons vak. Zo blijft ook de LROI in Beweging. Wordt vervolgd.

Taco Gosens, hoofdredacteur